‘Dove werknemers hebben bijzondere talenten’
In het UZ Gent en bij Archief Gent tonen dove medewerkers elke dag hun unieke kracht. Lucas, Tom én hun werkgever getuigen.

Tal van werkgevers ervaren dag na dag dat dove en slechthorende medewerkers een grote meerwaarde kunnen hebben op de werkvloer. 'Het is echt zo niet ingewikkeld om samen te werken met iemand die doof is,' klinkt het bij Adelheid Hollebosch van UZ Gent. Ook Tom Dequesne (37) van het Archief Gent ontkracht enkele misverstanden die bestaan over dove medewerkers.
'Lucas is een doorzetter, en zeer loyaal'
In het Universitair Ziekenhuis Gent werken 4 dove medewerkers. Onderzoeksverpleegkundige Lucas Van Dooren is een van hen. ‘Zijn collega’s én de patiënten zouden hem niet meer kunnen missen’, getuigt zijn teamverantwoordelijke Adelheid Hollebosch.
Langs een lange rij ziekenhuisbedden fladdert een toegewijde verpleegkundige van patiënt tot patiënt. Maak kennis met Lucas Van Dooren (36). Op de afdeling geneesmiddelenonderzoek van het Universitair Ziekenhuis Gent helpt hij nieuwe en betere geneesmiddelen uittesten in een vroege fase.
-
Hier komen gezonde mensen én patiënten. Maar sommigen vechten al lang tegen kanker, vertelt Lucas. ‘Soms kom ik in contact met mensen die ongeneeslijk ziek zijn of zie ik vreselijke wonden. Dat blijft weleens hangen op het netvlies. Gelukkig kan ik erover praten met mijn collega’s en met mijn partner. Zij is ook doof, we begrijpen elkaar uitstekend via Vlaamse Gebarentaal. Maar hier op het werk gebruik ik gewoon mijn stem en spreek ik Nederlands, of communiceer ik via de chat.’
Teamverantwoordelijke Adelheid Hollebosch herinnert zich nog het sollicitatiegesprek 3 jaar geleden. ‘Het was mijn eerste echte ontmoeting met een dove persoon maar het klikte het meteen. Niemand van ons team kende gebarentaal, maar toch spraken we dezelfde taal, het Nederlands. Lucas keek aandachtig naar wat we zeggen, hoorde ons deels via zijn hoorapparaat en sprak terug.’ Zo gaat het vandaag nog. ‘Alleen in groep doen we een beroep op een tolk Vlaamse Gebarentaal.’
Dove doorzetter
Mensen ontvangen, bloed prikken, data verzamelen en verwerken: Lucas doet het allemaal. ‘Verpleegkundige taken en data ingeven zijn meestal aparte functies, maar Lucas doet ze allebei. Dat is uitzonderlijk,’ vertelt Adelheid. ‘Lucas is ook een doorzetter, en zeer loyaal.’
Verloopt het contact met de patiënten altijd zo vlot?
Lucas: ‘Ik zeg hen meteen dat ik doof ben en ik maak mijn gehoorimplantaat bewust zichtbaar. Vroeger probeerde ik dat te verstoppen. Maar dan schrokken mensen als ik niet reageerde. Nu weten ze direct dat ik hen niet altijd hoor, en ze passen zich automatisch aan. Alleen als ze geen Nederlands praten is spraakafzien (liplezen, lichaamstaal en context aflezen, red.) moeilijk. Dan gebruiken we een vertaalapp zoals Google Translate. Voor alles is er een oplossing.’
Jullie doen dus alleen uitzonderlijk een beroep op een tolk Vlaamse Gebarentaal - Nederlands?
Adelheid: ‘Alleen bij de wekelijkse vergaderingen en bij opleidingen en seminars is er een tolk aanwezig, zodat Lucas alles kan volgen. Soms steken we gewoon een voor een de hand op als we willen praten. Dat gaat ook.’
Zijn tolken een extra kost voor de werkgever?
Lucas: ‘Dove mensen hebben recht op tolk-uren. De VDAB betaalt dat terug voor maximaal 30 procent van de werktijd. Maar zoveel heb ik die tolk echt niet nodig. Twee uur per week volstaat.’
Adelheid: ‘Om te communiceren met Lucas gebruiken we geen speciale technologie, enkel de gewone apps zoals Microsoft Teams of WhatsApp. Soms is een eenvoudige oplossing genoeg.’
Heb jij als dove werknemer ook extra troeven?
Lucas: ‘Absoluut. Dove mensen zijn bijvoorbeeld visueel gewoon veel sterker. Als een patiënt zich niet goed voelt, dan zal ik dat direct waarnemen. De lichaamstaal, hoe iemand zit of kijkt, komt veel meer binnen omdat ik gedwongen ben om te kijken naar mensen om ze te verstaan. Dus ik moet eigenlijk niet communiceren met die patiënt, ik zie dat direct. Ook bij bloedafnames voel ik sneller waar een ader zit – ik ben tactiel gewoon sterker. Dat zijn misschien kleine dingen, maar die maken wel het verschil.’
Voor het hele team
De aanwezigheid van een dove collega is winst voor het hele team. ‘We werken veel meer met Microsoft Teams’, zegt Adelheid. ‘Zo kan je kiezen wanneer je antwoordt op een collega. Het is voor iedereen rustiger geworden.’ De teamleider voegt eraan toe dat ze bewuster en duidelijker spreekt. ‘Dat is ook een verschil met hoe ik communiceer met andere collega’s.’
Heeft het team zich moeten aanpassen ?
Adelheid: ‘Dat viel mee. Ze hebben geleerd om minder door elkaar te praten. We hebben de bureau-indeling herbekeken. Lucas werkt nu in een rustiger ruimte, met 2 collega’s die ook minder vaak telefoon krijgen. Engelse vaktermen proberen we te vermijden in een gesprek, omdat die voor Lucas mondeling moeilijker te begrijpen zijn. Geschreven Engels is geen probleem.’
Lucas: ‘Het helpt enorm als je als dove werknemer één vaste persoon hebt bij wie je opleiding krijgt. Als je één mentor hebt, dan loopt het veel vlotter. Iemand die je leert kennen en begrijpt hoe je communiceert’
Adelheid: ‘Dat was ik (lacht).’
‘Om te communiceren met Lucas gebruiken we geen speciale technologie, enkel de gewone apps zoals Microsoft Teams of WhatsApp. Soms is een eenvoudige oplossing genoeg.’
Hoe verloopt de smalltalk onder de collega’s?
Lucas: ‘Aan de koffiemachine praat ik gewoon mee, met mijn stem. Dat lukt wel. Maar tijdens de middagpauze trek ik me liever even terug. Al dat geroezemoes, mensen die door elkaar praten, … dat is vermoeiend voor mij. Soms eet ik met één collega, maar meestal zit ik alleen. Even rust nemen, echt pauze. Dat heb ik nodig om daarna weer aan de slag te kunnen. Dat heb ik ook op voorhand gezegd tegen Adelheid. In mijn vorige job dachten collega’s soms die wil niks met ons te maken hebben. Terwijl dat helemaal niet zo is. Nu leg ik het uit, en begrijpt iedereen waarom ik dat moment voor mezelf neem.’
Ongelijke behandeling
Dove mensen worden maar de helft zo vaak uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek in vergelijking met horende kandidaten. Dat is gebleken uit een correspondentietest met sollicitatiebrieven en cv’s. De test werd uitgevoerd door de VUB in opdracht van de Stad Gent.
Verbaasde dat onderzoek jullie?
Lucas: ‘Nee, absoluut niet. Ik heb dat zelf ook meegemaakt. Toen ik net afgestudeerd was als verpleegkundige, heb ik héél vaak een nee gekregen. En dat terwijl ik topscores had op mijn stage. Maar ik vond er iets op: in plaats van te vermelden dat ik doof ben, schreef ik kennis van Vlaamse Gebarentaal in mijn cv. Dan viel het minder op dat ik doof ben en plots werd ik wel uitgenodigd. Dat zegt genoeg, denk ik.’
Wat zou je willen zeggen tegen een dove jongere die een job zoekt?
Lucas: ‘Het zal niet vanzelf gaan, dat zeg ik eerlijk. Je zal als dove nog vaak met je neus tegen de muur lopen. Maar blijf zoeken. Er zijn wel degelijk plekken waar je wél terechtkan, waar je je goed zal voelen. Bij mij heeft het ook lang geduurd voor ik mijn plek vond. Maar kijk, nu werk ik hier al drie jaar, en ik voel me goed. Dus hou vol. Ook al voelt het soms uitzichtloos.’
En tegen werkgevers?
Lucas: ‘Dove mensen zijn heel verschillend. Geef iedereen een kans en nodig ze uit voor een gesprek. Pas als je met iemand spreekt, kun je inschatten of die persoon past binnen je team. Je moet kijken naar wat iemand wél kan, niet alleen naar wat anders is.’
Waar zitten de mentale drempels?
Lucas: ‘Ik denk dat veel werkgevers bang zijn voor de communicatie. Ze denken dat het moeilijker gaat zijn, trager, of dat ze niet weten wat ze moeten zeggen. En dat begrijp ik ergens wel, maar het is eigenlijk niet nodig.’
Adelheid: ‘Klopt. Het is echt zo niet ingewikkeld om samen te werken met iemand die doof is. Veiligheid is ook een punt waar werkgevers zich zorgen over maken. Maar ook daar zijn oplossingen voor.
Goud waard
Lucas vertelt dat hij pas op zijn 26ste in contact kwam met de dovengemeenschap, via zijn lief. Plots ging er een wereld voor hem open. ‘Vóór die tijd voelde ik me vaak buitenstaander. Op vergaderingen bijvoorbeeld: ik hoorde flarden, maar wist niet van waar. Tegen dat ik wist wie aan het woord was, was het onderwerp al veranderd,’ zegt hij. ‘Nu, met een tolk of als het gesprek in gebarentaal verloopt, kan ik volledig volgen.’
Wat betekent de dovengemeenschap voor jou?
Lucas: ‘Heel veel. In de dovengemeenschap voel ik me gelijkwaardig. Daar ben ik echt mezelf. Je deelt ook veel ervaringen. Hoe het is om het deksel op je neus te krijgen in het dagelijks leven of om altijd te moeten vechten voor toegang tot informatie en communicatie. Via de dovengemeenschap leerde ik tolken gebruiken, vergaderingen volgen, echt meepraten. Vroeger zat ik er vaak maar wat bij. Ik was bang om iets verkeerd te zeggen of niet begrepen te worden. Met Vlaamse Gebarentaal veranderde dat helemaal. Collega’s schrokken dat ik plots mondig werd. Ho, Lucas is niet stil meer hij heeft toch iets te zeggen. Hij is toch slim (lacht).’
Dat is genoteerd. Hartelijk dank!
Ping! Een berichtje van Lucas achteraf. Nog een boodschap aan de werkgevers. Denk eraan dat dove kandidaten hun diploma nooit cadeau hebben gekregen, schrijft hij. ‘Integendeel: hun traject is minstens even veeleisend als dat van horende studenten. Ze hebben zichzelf moeten bewijzen in stageplekken en zelfstudie. Hun succes getuigt van uitzonderlijk doorzettingsvermogen, aanpassingsvermogen en inzet. Dat zijn kwaliteiten die in elke werkomgeving goud waard zijn.’
‘We leven in een wereld vol labels.’
Wist je dat we hier 13.000 kilometer archiefstukken beheren? Tom Dequesne (37) opent voor ons de deur van de Zwarte Doos, de plek waar Gent zijn verleden bewaart. Tom is trots op zijn job bij het Archief Gent. Minder leuk zijn de soms vreemde reacties als hij zegt wat voor werk hij doet. ‘Huh, werk jij daar? Hoe kan dat? Dat krijg ik regelmatig te horen als ik zeg wat voor werk ik doe.’ Tom lacht schamper: ‘Het is alsof mensen verwachten dat dove werknemers alleen eenvoudig werk kunnen doen. Hallo zeg! Ik heb 7 jaar Kantoor en Handel gestudeerd en ben geslaagd voor mijn examens. Natuurlijk kan ik dat werk doen, wat dacht je dan?’
Waar zit de mentale barrière precies?
‘Als er een dove sollicitant opduikt, denken veel werkgevers: oei, dat wordt moeilijk communiceren of dat vraagt te veel inspanning.’
Dachten jouw collega’s dat ook?
Muriëlle (naaste collega van Tom): ‘In het begin wist ik niet goed wat ik kon verwachten. Maar eigenlijk liep het allemaal vanzelf. Ik beschouw Tom gewoon als een collega als iedereen. Communicatie is geen probleem. Achteraf denk je dan: uiteindelijk klopt er heel weinig van al die voorstellingen die we ons maken.’
Tom: ‘We zijn een klein team en de samenwerking verloopt vlot. Ik werk vooral administratief. Ik scan dossiers, werk archiefaanvragen af, stel lijsten op … Het is heel afwisselend werk. Soms help ik ook bij projecten.’
Heeft Toms aanwerving veel veranderd op de werkvloer?
Muriëlle: ‘Minder dan je zou denken. Wij gebruiken geen speciale communicatiemiddelen. Tom kan liplezen en we regelen veel via mail en de chat op Microsoft Teams. Alleen het brandalarm, belangrijk in een archief met veel waardevol papier, hebben we moeten vervangen. In geval van brand geeft die nu ook een flitssignaal. Maar ook zo zouden wij voor Tom door het vuur gaan. Ik zou hem niet meer kunnen missen, mijn rookmaatje (lacht).’
Tom: ‘(lacht) Ik voel mij hier goed. Het is heel afwisselend werk. Op termijn wil ik doorgroeien, maar ik merk dat promotie niet evident is.’
Heb je lang moeten zoeken naar werk?
Tom: "Ja, absoluut. Toen ik in 2011 afstudeerde, heb ik tot februari 2013 werk gezocht. Ik heb echt tientallen sollicitaties gestuurd. Maar: geen antwoord of een weigering.’
Waarom lukte het hier wel?
Tom: "Dat kwam doordat mijn leidinggevende wél keek naar mijn kwaliteiten. Zij had een duidelijk beeld van wat het team nodig had en zag dat ik daarin paste. Eerst vroeg ze: Tom, waar ben jij goed in? En pas daarna: jij bent doof, wat kunnen wíj doen om dat geen probleem te laten zijn? Dat was de eerste keer dat iemand mij die vraag stelde. Echt een openbaring! We moeten durven omdenken: wat kan er wél?’
Heb je lang moeten zoeken naar werk?
Tom: "Ja, absoluut. Toen ik in 2011 afstudeerde, heb ik tot februari 2013 werk gezocht. Ik heb echt tientallen sollicitaties gestuurd. Maar: geen antwoord of een weigering.’
Waarom lukte het hier wel?
Tom: "Dat kwam doordat mijn leidinggevende wél keek naar mijn kwaliteiten. Zij had een duidelijk beeld van wat het team nodig had en zag dat ik daarin paste. Eerst vroeg ze: Tom, waar ben jij goed in? En pas daarna: jij bent doof, wat kunnen wíj doen om dat geen probleem te laten zijn? Dat was de eerste keer dat iemand mij die vraag stelde. Echt een openbaring! We moeten durven omdenken: wat kan er wél?’
-
Ondervertegenwoordigd
Tom werkt graag bij de Stad Gent, maar ziet ruimte voor verbetering. De organisatie heeft duizenden werknemers, maar dove medewerkers zijn op één hand te tellen, zonder de sociale economie mee te rekenen. Tom schat dat het er slechts 3 of 4 zijn. Dat mogen er meer zijn, vindt hij.
Hoe groot is de reserve aan dove arbeidskrachten in Gent?
Tom: ‘Moeilijke vraag. Ik durf wel een inschatting te maken. Ik ben letterlijk opgegroeid in de dovengemeenschap - mijn ouders zijn ook doof - en ik ken zowat iedereen. Er wonen in Gent relatief veel dove mensen. Dat komt door de aanwezigheid van 2 dovenscholen, het tolkenbureau en de koepelorganisatie Doof Vlaanderen. Ik ken hier zeker 300 dove mensen die gebarentalig zijn.’
Zijn de meesten aan het werk?
Tom: ‘Velen werken onder hun niveau. Ze doen werk dat niet overeenkomt met hun kwaliteiten en hun mogelijkheden, of met het diploma waar ze zo voor geijverd hebben.’
Hoe belangrijk is de dovengemeenschap voor jou?
Tom: ‘Het is een netwerk van vrienden en kennissen, van jong tot oud. Dat zorgt voor veel verbondenheid en steun.’
Muriëlle, zou ook jij meer dove collega’s willen zien bij de Stad?
Murielle: ‘Zeker voor kantoorwerk, dat loopt perfect. In contact met burgers denk ik dat het wat meer zoeken kan zijn, afhankelijk van de situatie. Het zou wel mooi zijn als er iemand die gebarentaal kan in het Stadskantoor zou zitten. Het zou een meerwaarde zijn voor dove Gentenaars.’
Wat zou je willen zeggen tegen werkgevers die een cv ontvangen van een dove sollicitant?
Tom: ‘Focus op wat iemand wél kan. Kijk naar hun talenten. En als je twijfelt: nodig hen uit, stel gerichte vragen, en bekijk samen wat er nodig is qua aanpassing. Maar kijk niet alleen naar het auditieve – probeer niet horen te herdenken als iets wat perfect te overbruggen valt.’
En tegen jonge werkzoekenden?
Tom: ‘Blijf volhouden. Geef niet op. Zelfs als je vaak een nee krijgt, blijf verdergaan. En vooral: geloof in jezelf. Soms lijkt het uitzichtloos, maar als je blijft vechten, komt er iets op je pad. Ik heb ook lang gezocht, maar ben er geraakt.’
Echte verandering
Tom stoort zich aan de beeldvorming over dove mensen. ‘Dit is niet de eerste dat ik een getuigenis die ik geef over mijn doof-zijn. Of het impact heeft? Enkel als de mensen die het lezen effectief iets doen. Maar het is een lange strijd. We leven in een wereld van labels.’
Hebben die labels enig nut?
‘Soms wel. Als je erkend bent als persoon met een arbeidsbeperking, zoals ik, dan kan de werkgever een premie Individueel Maatwerk (IMW) krijgen. Zo’n premie loopt maandelijks en maakt het financieel aantrekkelijker om iemand met een beperking aan te werven. Ik zeg ook aan andere doven: zet dat gerust op je cv. Maar die labels maken ook dat er veel vooroordelen bestaan. Als werkgevers ‘beperking’ lezen op je cv en meteen afhaken, zijn we nog verder van huis. Het doel moet toch zijn dat talent en motivatie primeren, en niet een label op papier.'
Doof, en dan?
Op de webpagina 'Doof, en dan?' vind je tips, getuigenissen, info over tegemoetkomingen en ondersteuning, ... Alles wat je nodig hebt om doof en slechthorend talent op te nemen in je team.
Naar de paginaLaatst gewijzigd : 11 september 2025