RUP 175 Afrikalaan

Neen. We voorzien in het RUP nog steeds een aantal zones die exclusief voorbehouden zijn voor bedrijven. Het gaat dan om bedrijven die wel wat vrachtverkeer aantrekken of door hun specifieke activiteiten hinder veroorzaken. Naast de bestaande bedrijvensites van Christeyns en het noordelijk deel van Mercedes Benz Hedin gaat het om de Lübecksite - dit is het terrein waar tot voor kort de noodwoningen van de Lübeckwijk stonden – het tankstation en de loodsen ten zuiden van Christeyns. In alle andere gebieden voorzien we woningen en bedrijven op eenzelfde site. 

De ruimte is schaars en we moeten ze zo goed mogelijk benutten. Het principe is daarom: combineren waar het kan, scheiden als het moet. Bedrijven die niet veel hinder met zich meebrengen, kunnen gerust gedijen in een woonomgeving. Woningen combineren met bedrijven is trouwens zo gek nog niet, ook in de oude binnenstad kom je dit vaak tegen. Het brengt een zekere dynamiek met zich mee – de hele dag door, de werknemers moeten zich niet ver verplaatsen naar hun woning, er zijn mogelijkheden om ruimten of parkings te delen, enz. 

Neen. Naast woningen en bedrijven is er ook ruimte voor andere functies, zoals winkels, restaurants, cafés, recreatie en gemeenschapsvoorzieningen. 

4 op de 10 nieuwe woningen zijn ofwel sociale woningen ofwel woningen die worden verhuurd aan een lagere huurprijs dan gangbaar op de markt. 

1 op de 5 woningen is specifiek uitgerust voor gezinnen met kinderen. Ze beschikken over 3 of meer slaapkamers, een tuin of groot terras en ze zijn makkelijk te bereiken vanaf de straat. De gezinswoningen bevinden zich bovendien op een boogscheut van een speeltuin, - straat of park. 

Ja, zij het dat een groot deel van de nieuwe wegen niet toegankelijk zullen zijn voor het autoverkeer. Zo worden er in de Spie enkel nieuwe paden aangelegd voor brandweer en fietsers. De nieuwe bedrijven zijn bereikbaar via de Afrikalaan – zoals dat trouwens op vandaag ook het geval is. De nieuwe woningen zijn bereikbaar via de Koopvaardijlaan, net als de overburen van de Nieuwe Dokken. Op de site Triferto komt er een nieuwe weg om de site te ontsluiten naar de Afrikalaan. Het verkeer voor het noordelijk deel van het projectgebied Kaap-Triferto verloopt via de Australiëstraat en Chinastraat. 

 De Afrikalaan zal binnenkort een volledig nieuw uitzicht krijgen. De Verapazrotonde is nu al aangelegd. Het deel ten zuiden van de rotonde wordt meegenomen in het project Gentspoort. Het deel tussen de rotonde en de aansluiting met de Vliegtuiglaan wordt heraanlegd eenmaal er een definitieve oplossing komt voor de spoorkruising en de zogenaamde ‘zuidelijke havenring’ – dit is een tijdelijke verbinding tussen R4 West en R4 Oost. De nieuwe Afrikalaan moet al het bijkomende verkeer aankunnen, maar moet bovenal veilig zijn, niet in het minst voor de fietsers en voetgangers. Daarvoor is ruimte nodig. Het RUP zorgt ervoor dat de gebouwen aan beide zijden van de weg niet te dicht tegen elkaar komen, zodat er nog voldoende ruimte over is voor veilige fiets- en voetpaden, grachten, bomenrijen en uiteraard ook voor een vlotte doorgang van auto’s, vrachtwagens en bussen. 

Het RUP neemt residenties Zweden en Finland en het lage gebouw aan de Scandinaviëstraat op in een ‘zone voor stedelijk wonen’. We erkennen dus expliciet de woonbestemming in deze gebouwen. Sevesobedrijf Christeyns zal hier in zijn exploitatie rekening mee moeten houden, zodat de veiligheid van de woningen steeds gegarandeerd is. De nieuwe bestemming laat ook ruimte voor kleine voorzieningen en diensten. Het RUP biedt de mogelijkheid om de nodige renovatiewerken aan  de gebouwen uit te voeren, zoals het vergroten van de balkons of het toevoegen van extra isolatie. Ook het achterliggende park blijft behouden. Het RUP laat daarnaast ook toe dat er aan de overzijde van de Scandinaviëstraat nieuwe woningen zouden bijkomen. 

Door in eerste instantie voldoende parkeerplaatsen te voorzien in de eigen projecten. Het principe is dat elk project – of het nu om woningen gaat of om bedrijven dan wel om een winkel – op eigen terrein voldoende parkeerplaatsen voorziet. We hanteren hierbij dezelfde parkeerrichtlijnen zoals die ook in de omgeving gelden. 

Het RUP neemt hier nog geen definitieve beslissing over. Het is uiteindelijk ook de Vlaamse overheid die hierover beslist. Bij de heraanleg moet er zeker een veilige en comfortabele oversteek komen. Of dit met een tunnel of een brug zal gebeuren, is nog niet zeker. Dat hangt af van de technische haalbaarheid en van de kostprijs.

Dit kan helaas niet in een RUP worden bepaald. Op vandaag brengt bus 6 je naar het centrum van de stad. Deze verbinding heeft een vrij beperkte frequentie. De Stad Gent zal er bij De Lijn op aandringen om deze verbinding in de toekomst te versterken. 

Experten hebben deze effecten uitgebreid onderzocht en de resultaten gebundeld in een milieueffectenrapport. Met dit RUP zorgen we er in eerste instantie voor dat de Afrikalaan zelf voldoende ruimte krijgt, zodat er tussen de gebouwen voldoende ruimte is voor water en bomenrijen. De gebouwen mogen ook geen gesloten wand vormen, zodat de straat voldoende kan ventileren. De bedrijven en kantoren staan vooral langs de Afrikalaan en vormen op die manier een visuele en akoestische buffer. Het gros van de nieuwe woningen bevindt zich in de stille en groene binnengebieden. 

Neen. Experts hebben de veiligheidsrisico’s uitgebreid onderzocht en gebundeld in een ruimtelijk veiligheidsrapport. Daarbij is niet enkel gekeken naar de bestaande situatie van het bedrijf, maar is ook rekening gehouden met veiligheidssituaties die zich in de toekomst zouden kunnen voordoen. Daarom voorziet het RUP twee soorten veiligheidsafstanden. Binnen een straal van 50 m van het bedrijf zijn geen nieuwe woningen toegestaan. Niet omdat dat op vandaag onveilig zou zijn, maar wel om te vermijden dat nieuwe woningen het functioneren van het Sevesobedrijf in het gedrang zouden brengen. Een voorzorgsmaatregel dus. Daarnaast voorziet het RUP een tweede lijn op 100 m van de site. Binnen deze afstand laat het RUP geen activiteiten toe waarop veel mensen tegelijkertijd aanwezig kunnen zijn, zoals een dansfeest. Ook weer een voorzorgsmaatregel om het zogenaamde ‘groepsrisico’ te verlagen. Op die manier zorgen we ervoor dat het bedrijf kan blijven functioneren – en zijn tewerkstelling houden – zonder dat we moeten inboeten op onze ambities om rond de site nieuwe stadswijken te maken. 

Dat zicht is de voorbije jaren al veranderd door de bouw van de torens van de Nieuwe Dokken (Faar en Pergola). Ook de nieuwe ontwikkeling van de Trifertosite zal hier ongetwijfeld een impact op hebben. De oude bedrijfsgebouwen zullen er plaats maken voor een hele nieuwe stadswijk. Een stadswijk die ook letterlijk de hoogte ingaat. Dat zal evenwel niet overal en in gelijke mate gebeuren. Hogere volumes zullen voldoende ruimte laten, zodat er doorzichten blijven. Bij elke aanvraag voor zo’n hoger gebouw zal de impact voor de omgeving bestudeerd moeten worden, onder meer door het aangeven van zichtlijnen, door na te gaan hoeveel schaduw de gebouwen werpen en welke maatregelen nodig zijn om de privacy te garanderen. 

Hogere gebouwen moeten zodanig ingericht en vormgegeven worden dat ze de privacy respecteren en een minimum aan schaduw werpen op de omgevende woningen. Bij elke aanvraag voor een omgevingsvergunning moeten deze effecten uitgebreid onderzocht worden. Als nieuwe projecten rekening houden met de rechten van de omwonenden, is hoger bouwen wel mogelijk. 

Het RUP voorziet nieuwe parken in elk van de drie projectgebieden. In de Spie komen er drie parkstroken in het verlengde van de parken die al aangelegd zijn, zoals het Robinson Crusoëpark, of binnenkort nog aangelegd moeten worden. We vervolledigen op die manier het strokenmodel zoals het oorspronkelijk bedoeld was voor de ruime omgeving rond het Handelsdok. Op de Trifertosite komt er een groter park dat aansluit bij het Kapitein Zeppospark. Naast de Chinastraat is een smalle parkstrook voorzien om zo de verbinding te leggen naar het bosje op de hoek met de Aziëstraat en de bomen langs de sporen. Ook voor de nieuwe ontwikkeling langs de Scandinaviëstraat is bijkomend park voorzien. Dit nieuwe park sluit aan op het bestaande Scandinaviëpark. 

In de bedrijvenzones moet minstens 10% van het terrein vrij en onverhard blijven, zodat het water er ter plaatse kan infiltreren. Voor de nieuwe projectgebieden wordt dit zelfs opgetrokken tot 20%. Komen er nieuwe wegen, dan moet ook daar de verharde oppervlakte tot een minimum beperkt blijven. Dat kan bv. door met een karrespoor te werken in plaats van een volledig verharde weg. Daarnaast blijft de wetgeving op Vlaams niveau van kracht, zodat er bv. maximaal zal worden ingezet op het hergebruik van hemelwater. 

Als de eigenaar van de site beslist om de voorgeschreven bestemming te realiseren, dan zal wellicht een groot deel van de gebouwen gesloopt worden. Deze sloop is trouwens ook nodig om het gebied grondig te saneren. Toch willen we niet dat alles verdwijnt. Het RUP duidt een aantal elementen op de site – zoals de schoorsteen – als waardevol aan. Deze moeten behouden blijven, tenzij het technisch te moeilijk is of gevaarlijk zou worden om ze te behouden. Ook het huisje op de hoek met de Oceaniëstraat moet blijven. De ligging aan het park maakt het ideaal voor een invulling met een functie die zich richt op de buurt. 

We hebben nu eenmaal heel wat studentenkamers nodig in de stad. Er komen altijd maar meer studenten bij. Studenten zitten op vandaag nog vaak in woningen voor gezinnen. Door een voldoende aanbod aan kamers te voorzien, kunnen we deze woningen vrij krijgen. De projectgebieden liggen allemaal aan de rand van de binnenstad, op een boogscheut van de onderwijsinstellingen. Omdat de Spie nog iets beter is gelegen – onder meer op wandelafstand van het station – voorzien we hier ook een iets hoger percentage aan studentenhuisvesting. We laten enkel grotere voorzieningen toe, juist om ze goed te kunnen beheren. 

Neen. De woonblokken zijn volledig privaat. Het initiatief tot renovatie zal dus vanuit de private eigenaars moeten komen. In het RUP kiest de Stad er wel uitdrukkelijk voor om de woonbestemming hier te houden en de woonomgeving op te waarderen, onder meer door een woonontwikkeling aan de overzijde van de straat toe te laten. Daarnaast onderzoeken we – op basis van de resultaten van de conceptstudie – welke rol de Stad in de toekomst kan opnemen om het renovatieproces te begeleiden. Dit bv. door te zoeken naar verschillende alternatieve vormen van financiering.

Het oude bestemmingsplan liet aan deze woningen enkel instandhoudings- en onderhoudswerken toe. Het plaatsen van een bijkomende dakuitbouw viel hier bv. niet onder en was dan ook niet toegelaten. Het nieuwe RUP maakt deze woningen zonevreemd. Ze krijgen geen woonbestemming – zoals dat wel het geval is voor de Scandinaviëblokken – maar hebben wel recht op de basisregels voor zonevreemde woningen uit de Vlaamse wetgeving. Ze mogen dan ook verbouwd, herbouwd en zelfs beperkt uitgebreid worden, bv. met een dakuitbouw. Een groot deel van de woningen zit evenwel binnen de reservatiestrook voor de Afrikalaan. Wordt de Afrikalaan heraangelegd en verbreed, dan zal de overheid – in dat geval de Vlaamse overheid – de woningen opkopen of onteigenen zodat de weg voldoende ruimte kan krijgen. De woningen krijgen de bestemming van de achterliggende bedrijvenzones. Het is dan ook de bedoeling dat ze op termijn een invulling zullen krijgen als onderdeel van de achterliggende bedrijvenzone. Tot zolang de woningen niet worden aangekocht of onteigend en de bedrijvenbestemming niet wordt gerealiseerd, blijven de woningen behouden. 

Door het verleggen van de R40 van Dok-Noord/Dok-Zuid naar de Afrikalaan wordt het belang van de Afrikalaan als verkeersader tussen R40 en R4 nog groter. Het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) is samen met Infrabel aan het onderzoeken of de spoorwegovergang op korte termijn verbreed kan worden in functie van een betere doorstroming. Er loopt ook een onderzoek om op lange termijn de kruising van deze belangrijke verkeersader, de voetgangers- en fietsinfrastructuur en de spoorweg ongelijkvloers te organiseren. Dit wordt onderzocht in het kader van het project ‘tijdelijke zuidelijke havenring’.