De keizerlijke weg - Brabantdam
De Brabantdam vormt al sinds de middeleeuwen een belangrijke verkeersas door Gent. Het vormde de oostelijke toegangsweg tot de stad en lag op het traject van de landweg naar Brabant (Aalst en Brussel) en verder naar het Rijnland (Keulen). Het stuk tussen de Koestraat en het François Laurentplein heette tot in de 19de eeuw Brabantstraat. De eigenlijke Brabantdam begon pas vanaf de Braempoort, vanaf de 16de eeuw de Watermolenbrug, over de Schelde, aan het huidige François Laurentplein. Ondanks zijn grote betekenis als verkeersader was de Brabantstraat erg smal, nauwelijks 4,15 meter breed. Naar aanleiding van het (tweede) bezoek van Napoleon aan Gent, in 1810, samen met zijn tweede vrouw Marie-Louise, werd beslist om de straat - die toen was herdoopt in "rue de l'Impératrice" of Keizerinstraat - te verbreden naar 12 meter en ook recht te trekken. Dit plan werd uiteindelijk pas in 1822 uitgevoerd. Een gevelsteentje in een huis aan de noordoostelijke kant van de toenmalige Brabantstraat herinnert hier nog aan. Voor deze verbreding werden de bestaande gevelrijen aan beide kanten van de straat deels afgebroken en de rooilijn naar achter verplaatst. Door deze rechttrekking ligt de Brabantdam vandaag in het verlengde van de Vogelmarkt, terwijl de straat voorheen een bocht maakte naar de Koestraat.