Gents bedrijf Meyvaert beschermt al decennialang grootste kunstwerken ter wereld

Wat hebben de kunstwerken in het Louvre in Abu Dhabi tot de capsule van de Apollo 11, Het Lam Gods of het dagboek van Anne Frank of de Crown Jewels in de Tower of Londen gemeen? Allemaal worden ze tentoongesteld, beschermd en geconserveerd door de ingenieus ontworpen vitrinekasten van het Gentse bedrijf Meyvaert. Sinds 1826 is het familiebedrijf, gespecialiseerd in glas, in Gent actief. Een tiental jaar geleden kocht Steven De Tollenaere het bedrijf op en zorgde hij voor een nieuwe wind. Extra activiteiten, een verdubbelde omzet en een gloednieuw state of the art gebouw langs de Wiedauwkaai moet deze Gentse onderneming ook de komende decennia wapenen om met de top van de top op de wereldmarkt te concurreren. En dat we daar fier op zijn: amai nog niet. Reden genoeg voor een gesprek met Stijn Verstraete, managing director van het bedrijf.

Ouder dan België en anders dan ons land overal in de wereld gekend. Wie af en toe eens het fietspad langs het bedrijventerrein van de Wiedauwkaai gebruikt zou het niet merken. Maar halfweg zit een Gents bedrijf dat al decennialang meedraait aan de wereldtop op vlak van vitrinekasten voor musea. Binnen de muren van de grote, gloednieuwe loods zijn elke dag een 100-tal arbeiders, ingenieurs en ontwikkelaars bezig met het bedenken, ontwikkelen, ontwerpen, produceren en installeren van vitrinekasten en meubilair voor de grootste musea ter wereld. Wie vanuit de burelen op de eerste verdieping door de vensters naar het atelier piept, ziet constructies ontstaan die binnenkort in Benin, Istanbul, Abu Dhabi, etc. te bewonderen zijn. Ware kunstwerken waarin ’s werelds grootste kunst in tentoongesteld en geconserveerd wordt. “Eigenlijk ontwikkelen we custom made vitrines en meubilair die de kunstwerken moeten beschermen tegen luchtvochtigheid, temperatuur, zuurstof, aardbevingen, etc.,” vertelt managing director Stijn trots. “Op wereldvlak zijn we top 4 wat deze niche betreft en jaarlijks zijn we goed voor een omzet van 20 miljoen euro. Samen met de andere takken van onze groep willen we die omzet tegen 2030 verdubbelen”.

Ambitie

Aan ambitie ontbreekt het deze nuchtere Vlaamse ondernemers wat dat betreft dus niet. “We ambiëren een succesvolle groei. Daarmee bedoel ik dat we onze groeiambities moeten kunnen waarmaken op een goeie manier. We willen niet groeien om te groeien en het gaat hier niet louter en alleen over omzet. We willen ons vooral amuseren en groeien. Wat dat betreft houden we de sfeer van een familiebedrijf erin. Om onze ambities voor 2030 te halen moeten we dus continu stappen blijven zetten. Of ons dat lukt, weet ik nog niet. Maar als je dat doel niet zet, dan ga je het sowieso niet realiseren”.

Groeien via gerichte overnames

Om dat doel te bereiken is het bedrijf, dat deel uitmaakt van de Haerens Group, doorheen de jaren haar activiteiten gaan uitbreiden. Door gerichte overnames probeert de groep de stielkennis in huis te houden en de concurrentie voor te zijn. “Sinds de overname zijn we de activiteiten inderdaad gaan uitbreiden. Naast de vitrinekasten is er ook verder gebouwd aan een afdeling die zich specialiseert in keramisch glas voor haarden en kachels. Daarnaast zijn we ook actief in alles wat technisch schrijnwerk betreft voor publieke gebouwen (denk aan brandwerende ramen en deuren alsook inbraakwerend).  Een aantal jaren terug namen we hiervoor het bedrijf Eribel over, gevestigd in Rijkevorsel.  Bij elke overname gaan we telkens aftoetsen of de activiteiten aanvullend en versterkend zijn voor onze huidige activiteiten. Hetzelfde met zaken die in het verlengde van onze activiteiten liggen. Geen museum meer vandaag dat zonder audiovisuele technieken werkt bijvoorbeeld. Mochten we daar interessante mogelijkheden zien voor een overname, dan zou dat perfect binnen onze groeistrategie kunnen passen,” aldus Stijn.

Lokaal en beter

Omdat alles wat we doen maatwerk is, kunnen we niet zomaar materialen in China gaan bestellen. Zo kunnen we kort op de bal spelen en problemen in de productie oplossen wanneer die zich stellen. We zijn er dan ook trots op dat 80% van onze leveranciers uit Oost- en West-Vlaanderen komt. Dat is een grote troef.

Elke vitrinekast wordt eerst in ons atelier opgebouwd vooraleer we die verschepen. Zo zien we of alle componenten aanwezig zijn, de ontwerpen kloppen en gebruiksvriendelijk zijn. Pas wanneer dat allemaal uitgetest en goedgekeurd is, kunnen de onderdelen in de container. Dat vraagt heel wat ruimte en tijd. Maar zo vermijden we vervelende telefoontjes van de andere kant van de wereld met de boodschap dat iets ontbreekt of niet werkt op het moment dat de opening van een museum wenkt. Door alles hier te assembleren en te werken met lokale spelers kunnen we heel snel schakelen en last minute problemen oplossen als de boot op vertrekken staat”. 

Wereldleider vanuit Gent

Het Gentse bedrijf is na al die jaren echt verankerd met de stad en als het van de huidige eigenaars afhangt, blijft dat zo. “Deze stad is de ideale plek voor de uitrol en verdere uitbouw van onze wereldwijde activiteiten,” aldus Stijn. “Er is de lange historie waardoor we hier eigenlijk niet meer wegkunnen (lacht). Dat hebben we ook mee in overweging genomen toen we na al die jaren de site op Dok Noord verlieten. Geweldige gebouwen met een grote geschiedenis, maar totaal verouderd. Toen we op zoek gingen naar een nieuwe locatie was het voor ons toch vrij snel duidelijk dat we in Gent moesten blijven. Want voor onze activiteiten moeten we beroep doen op een team van geweldige vakmannen. Die hebben geen zin in een rit door de file tijdens de ochtend- en avondspits. En specialisten zoals die van ons vind je niet zomaar via de VDAB. Je moet hier echt wel een jaar meedraaien als beginner voor je mee kan. Bovendien telt Gent ook heel wat andere profielen die we nodig hebben. Denk maar aan onze ingenieurs en productontwikkelaars. Ook zij verkiezen een fietstocht naar het werk boven een file. Wat dat betreft zijn we hier op de Wiedauwkaai dus op een topspot terechtgekomen. We hopen dan ook dat we het terrein hiernaast nog kunnen opkopen zodat we al onze activiteiten hier kunnen centraliseren en uitbreiden”.

Lam Gods als visitekaartje

Bovendien is Gent een aantrekkelijke stad voor internationale klanten zo blijkt. “Eenmaal onze klanten of potentiële klanten hier geweest zijn, zijn ze verkocht. Gent heeft dan ook veel te bieden. Van heerlijk eten en een bruisend centrum tot prachtig cultureel erfgoed en knappe musea. Voor of na een etentje nemen we de klanten bijvoorbeeld altijd mee naar het Lam Gods. Een mooi visitekaartje waarvoor wij ook de vitrine ontwierpen en installeerden. Dat we daar mee kunnen uitpakken in onze eigen stad is uiteraard heel leuk”.  

Uitdagingen

Ondanks de verworven status ziet Stijn ook heel wat uitdagingen die het bedrijf de komende 10 à 20 jaar te wachten staan. “Enerzijds is er natuurlijk de krapte op de arbeidsmarkt. Want een bedrijf zoals het onze is steeds op zoek naar goeie mensen. Toch is het ook voor ons niet altijd even evident om bepaalde vacatures in te vullen. Denk maar aan technische of commerciële profielen. We proberen dat op te vangen door hier echt wel een goeie sfeer te creëren en tal van activiteiten op te zetten. Die activiteiten laten we door het personeel zelf bedenken en organiseren zodat het ook echt van onder uit gedragen wordt. Centraal staat ook onze cafetaria en terras. Daar eten we met iedereen samen en organiseren we wel eens een feestje of barbecue. Zo komt iedereen met iedereen in contact.

Naast het personeelsvraagstuk ziet het bedrijf ook steeds meer bedreigingen door het protectionisme dat in sommige landen de kop op steekt. “Buy local is natuurlijk wat meer ingeburgerd geraakt door corona en de oorlog in Oekraïne. Maar je merkt wel echt dat het in landen als Australië en Amerika steeds moeilijker wordt om opdrachten binnen te halen. America first is wat dat betreft niet altijd evident voor ons. Want het is niet omdat we de top van de wereld zijn dat we niet moeten concurreren met de kleinere lokale spelers natuurlijk. Toch proberen we ons te onderscheiden door onze grootste troef steeds verder op punt te stellen: onze technische kennis en onze operational excellence. Met Meyvaert zijn we gekend voor complexe projecten die buiten het normale vallen. We leveren altijd high spec producten aan die uitblinken in de details. Daar maken we nooit compromissen in. Grote musea weten dat en willen hun dierbare kunst goed beschermen. Daarom zijn we ook trots dat we onlangs nog de award voor innovator of the year 2023 in de wacht sleepten. Dat kregen we voor de ontwikkeling van een vitrinekast waarin een jurk wordt tentoongesteld die honderden jaren op de zeebodem in een gezonken schip had gelegen en wonder boven wonder nog in goede staat was. Het Museum Kaap Skil wilde die tentoonstellen, op voorwaarde dat de jurk op lange termijn intact zou blijven. Om hieraan te kunnen voldoen ontwikkelden we zuurstofvrije vitrines, uniek in de wereld.”

Duurzaamheid

Een wereldspeler van dit kaliber heeft natuurlijk wel wat impact op het milieu. Daarom zoekt het bedrijf de laatste jaren ook proactief naar manieren om duurzamer te werken. “Duurzaamheid is een belangrijke topic voor ons. Zeker omdat de klanten dat ook steeds belangrijker vinden. We proberen waar mogelijk steeds de processen of zaken te verbeteren in functie van een duurzamer bedrijf. Zo voldoen we met onze nieuwbouw aan alle normen waaraan je tegenwoordig moet voldoen. Ons dak ligt vol zonnepanelen, we hebben hier enkele bijenkasten staan, we stimuleren de medewerkers om met de fiets naar het werk te komen en ons volledige wagenpark is momenteel in een elektrische transitie. Op productniveau zetten we zoveel als mogelijk in op gerecycleerd materiaal. In tegenstelling tot de concurrenten gebruiken we aluminium sokkels ipv staal. Daarnaast proberen we onze klanten te overtuigen om bepaalde vitrines te renoveren in plaats van volledig te vervangen. Zo werken we momenteel samen met het Louvre in Parijs aan een pilootproject voor het upgraden van vitrines van meer dan 20 jaar oud. En ook voor onze meetings hebben we aandacht. Die proberen we steeds vaker online te organiseren om de vliegbewegingen enigszins te beperken. Kortom, we willen ons graag op een propere manier nog heel lang amuseren en rustig verder groeien”.