Geschiedenis van Rabot-Blaisantvest

Een brokje geschiedenis over de wijk Rabot-Blaisantvest.

Voor 1860

De wijk Rabot-Blaisantvest behoort niet tot het Middeleeuwse Gent. Ze ligt ten noorden van de tweede stadsomwalling. De oude grens tussen stad en land vinden we terug in de lanen van de kleine stadsring: de Begijnhoflaan, de Opgeëistenlaan, de Blaisantvest.
Tot 1860 bleef het gebied nagenoeg onbebouwd. Dit laagland maakte deel uit van de Wondelgemse Meers, doorsneden door de (nu gedempte) Lieve en de kerkwegel naar Wondelgem (Victor Frisstraat, IJskelderstraat, Frans van Ryhovelaan).
Aan de westelijke grens van de wijk, de Brugse Vaart, is een voorstad gegroeid in de 17de en 18de eeuw. Langs de Bargiekaai waren er ettelijke herbergen en afspanningen. Daar vertrok immers de beroemde barge van Gent naar Brugge. In 1784 kwam er een gemeentelijke begraafplaats, als gevolg van de afschaffing van de parochiale kerkhoven. Nu vinden we daar het speelplein Zonnestraal in de Gebroeders De Smetstraat.

Na 1860

Met het afschaffen van de octrooirechten en de stadspoorten in 1860 en met het graven van het Verbindingskanaal in 1863 tussen het Kanaal Gent-Terneuzen en het Kanaal Brugge-Oostende, kende dewijk Rabot-Blaisantvest een stormachtige ontwikkeling. De stadsgrachten werden gedempt.
De voormalige stadsvesten, de Brugse Vaart en de Verbindingsvaart vormden een gesloten driehoek. Binnen die driehoek openden de grootgrondbezitters en industriëlen zelf nieuwe straten in dambordpatroon maar met typische arbeidershuisjes die hen winst opleverden.
De verstedelijking van de westelijke helft gebeurde voornamelijk op initiatief van de textielfabrikanten De Smet en de Hemptinne, vanaf 1872. Zij stouwden de hele wijk vol identieke woningen met ongeveer vier meter gevelbreedte. In het midden van de nieuwe volksbuurt werd in 1883 de parochiekerk Sint-Jozef gebouwd, die nooit voltooid
raakte.
Intussen was de Gasmeterlaan in 1877 afgelijnd langs de Verbindingsvaart en was het Rabotstation in gebruik genomen op de ringspoorlijn. Dat gigantische ringspoor verbond alle Gentse stations tussen 1872 en 1876. Het Rabotstation kreeg vooral goederen te verwerken voor de textielfabrieken.
De verplaatsing van de gasfabriek in 1880 van de westelijke naar de oostelijke hoek van de Gasmeterlaan bracht enige verandering in het stratenpatroon met zich mee. Nieuwe straten werden geopend in de jaren 1880 (de huidige Watervliet-, Kaprijke en Oosteeklostraat) en alweer bebouwd met kleinschalige arbeidershuizen.

De jaren '80 van 20ste eeuw

Dat waren zowat de laatste stedenbouwkundige ontwikkelingen in de wijk. Nagenoeg 120 jaar leek de tijd er stil te staan. In de jaren '80 van de 20ste eeuw werd de katoenfabriek La Louisiane of Loutex vervangen door de technische school KIHO, nadien de hogeschool (Technologiecampus - Odisee).
Het Rabotstation werd afgebroken en op het vrijgekomen terrein werd een nieuw gerechtshof gebouwd, omringd door een stadspark.