Meting ‘impact van wegverkeer op Gentse luchtkwaliteit’ in 2016

De Stad en VMM maten de invloed van verkeer op de luchtkwaliteit van juni tot november 2016 op 50 door Gentenaars aangeboden locaties.

Wat is de invloed van het verkeer op de Gentse luchtkwaliteit? Om dat te weten hing de Stad Gent samen met de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) meetbuisjes op, op 50 locaties verspreid over Gent.

Wat hebben we gemeten?

Vaak wordt bij luchtvervuiling meteen gedacht aan fijn stof. Fijn stof is een verzamelnaam voor de kleine deeltjes die in de lucht zweven (zoals bijvoorbeeld roetdeeltjes, opwaaiend bodemstof of zeezout). Ze zijn met het blote oog niet zichtbaar. Naast fijn stof zijn er ook andere schadelijke stoffen (ook wel polluenten genoemd) die de lucht die we inademen vervuilen en gezondheidseffecten kunnen veroorzaken. Stikstofdioxide (NO₂) is daar één van.

Op de 50 locaties maten we de concentratie stikstofdioxide (NO₂) in de lucht gedurende 6 maanden. Stikstofdioxide is een schadelijk gas uit verbrandingsmotoren dat de luchtwegen kan prikkelen. Vooral dieselvoertuigen stoten veel NO₂ uit. De Europese Unie legt op dat de gemiddelde concentratie NO₂ in de omgevingslucht per jaar niet hoger mag zijn dan 40 microgram per kubieke meter (µg/m³). De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) adviseert eenzelfde jaargemiddelde grenswaarde. Verkeer is de grootste bron van NO₂ in de stad. NO₂ is relatief makkelijk te meten en is een goede indicator om de invloed van verkeer op de luchtkwaliteit te bepalen.

Waar hebben we gemeten?

In april 2016 lanceerde Stad Gent een oproep aan alle Gentenaars om hun gevel, balkon of tuin ter beschikking te stellen voor deze meetcampagne. Maar liefst 348 Gentenaars stelden zich kandidaat.

Uit deze inzendingen selecteerde de Dienst Milieu en Klimaat in samenspraak met de VMM 50 locaties die het best voldeden aan enkele wetenschappelijke criteria, zoals een goede spreiding van de meetpunten over het grondgebied van Gent en een variatie in verkeersdrukte en straatconfiguratie. Hierboven vindt u een overzicht van de 50 geselecteerde meetpunten waar we 6 maanden lang de concentraties stikstofdioxide hebben gemeten.

Deze locaties waren extra meetpunten bovenop de bestaande meetlocaties van de VMM. De luchtkwaliteit in Gent wordt continu gemeten door de meetstations van de Vlaamse Milieumaatschappij. Er staan 5 meetstations op Gents grondgebied. In het centrum in de Baudelostraat en G. Callierlaan. Buiten het centrum meet de VMM in Sint-Kruis-Winkel, Wondelgem en Mariakerke. Daarnaast staan er ook meetstations in Evergem, Zelzate, Destelbergen en Ertvelde.

Wat zijn de resultaten?

De meetcampagne duurde een half jaar. Om de resultaten van de meetcampagne te kunnen vergelijken met de Europese grenswaarde berekende de VMM voor elke meetplaats een indicatieve jaargemiddelde NO₂-concentratie. De kaart hierboven toont dit indicatieve jaargemiddelde voor de 50 tijdelijke meetplaatsen. Ook het NO₂-jaargemiddelde voor de 9 VMM-referentiestations in en rond Gent zijn voorgesteld. De (indicatieve) jaargemiddelden voor NO₂ variëren van 21 µg/m³ in Mariakerke tot 68 µg/m³ in de Sint-Jacobsnieuwstraat.

Variatie in de meetpunten

In rustigere straten met een open bebouwing in deelgemeenten als Wondelgem, Mariakerke en Sint-Amandsberg werden de laagste NO₂-concentraties gemeten. Ook Oostakker en Sint-Kruis-Winkel scoren goed, ondanks de haven. Voor drukkere straten bepaalt de verkeersdrukte, mate van filevorming en de straatopbouw of de concentratie onder de Europese jaarlijkse grenswaarde blijft. Op 42 van de 50 meetplaatsen was dat het geval.

De hoogste concentratie NO₂ werd gemeten in de Sint-Jacobsnieuwstraat. Ook het indicatieve jaargemiddelde voor NO₂ op de meetplaatsen in de Begijnhoflaan, Steendam, Emilius Seghersplein, New-Orleansstraat, Antwerpsesteenweg, Land van Waaslaan en Dok Zuid lagen boven de Europese grenswaarde.

Invloed van verkeer

Op meetplaatsen nabij een drukke weg komen hogere NO₂-concentraties voor dan langs een weg met weinig verkeer. Dit is te wijten aan de uitstoot van NO₂ door het verkeer en dan voornamelijk door de dieselwagens en –vrachtwagens. Op plaatsen waar vaak filevorming is, is het indicatieve jaargemiddelde hoger dan op locaties met doorgaans vlot verkeer. Stilstaand verkeer zorgt voor een lokaal verhoogde NO₂-uitstoot.

Invloed van de straatopbouw

Niet alleen verkeersdrukte en filevorming spelen een rol, maar ook de straatopbouw. Vervuiling blijft langer hangen in smalle straten met aaneengesloten bebouwing zoals hoge rijwoningen. Daardoor is de NO₂-concentratie in drukke streetcanyons ongeveer een derde hoger dan bij een open straatbeeld. Gesloten gebouwenrijen schermen de achterliggende tuinen wel goed af van het verkeer, waardoor de NO₂-concentratie er een stuk lager ligt dan aan de straatkant. Het afschermende effect is een stuk kleiner bij de halfopen bebouwing en quasi onbestaande bij de open bebouwing.

Invloed van de seizoenen

De NO₂-concentraties liggen in de herfst-winter doorgaans hoger dan in de lente-zomer. Dit seizoenseffect speelt op alle locaties en is grotendeels te verklaren door gunstigere verspreidingsomstandigheden en minder NOx-uitstoot van gebouwenverwarming tijdens de lente en de zomer.

Puntensysteem

Op basis van de resultaten van de 50 meetplaatsen van deze meetcampagne onderzochten we samen met de Vlaamse Milieumaatschappij het verband tussen de gemeten NO₂-concentratie en de verkeersdrukte, straatopbouw en filevorming. Aan de hand van een puntensysteem kunt u zelf inschatten hoe uw straat scoort.