Ver­volg­school­coa­ches, steunpilaar van OKAN-leerlingen én leerkrachten

Géraldine Schockaert, vervolgschoolcoach bij Toren van Babel, geeft leerkrachten tips om het beste uit ex-OKAN-leerlingen te halen.

Ieder jaar komen er honderden jongeren op de Gentse schoolbanken terecht die geen of weinig Nederlands spreken. Zij zijn welkom in een onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers, kortweg OKAN. In zo’n onthaalklas leren de jongeren gedurende een jaar Nederlands en zoeken ze hun weg in Gent en de Belgische cultuur. Een vervolgschoolcoach helpt hen bij de - vaak moeilijke - overstap naar het regulier secundair onderwijs.  

Géraldine Schockaert is zo’n vervolgschoolcoach en werkt al twee jaar bij de Toren van Babel, een school met twaalf OKAN-klassen met elk een capaciteit van maximum twaalf leerlingen. Zij vertelt graag wat meer over haar job. 

Wat doet een vervolgschoolcoach juist? 

Géraldine: “Ons werk start zodra een leerling de OKAN-klas binnenstroomt. Dat kan in principe op elk moment van het schooljaar. De eerste maanden gaat het vooral om aftasten en elkaar leren kennen. Communiceren is dan vaak nog moeilijk omdat de leerlingen amper Nederlands spreken. Later peilen we naar hun schooltraject in hun thuisland, interesses, schoolse vaardigheden en vooral waar ze zichzelf zien in de toekomst. Samen met de klastitularis van de OKAN-klas zoeken we naar een geschikte school en richting en stellen we een snuffelstage voor. Tijdens een week kunnen leerlingen meedraaien in een reguliere klas en testen of het een goede match is.” 

“Ook in de vervolgschool kunnen wij ex-OKAN’ers blijven ondersteunen. We proberen te achterhalen wat zij nodig hebben om goed te functioneren in de klas. Dat kan gaan om remediëring, leren leren, praktische hulp bij IT-zaken maar ook om socio-emotionele steun. Je mag niet vergeten dat élke ex-OKAN-leerling recent zijn thuisland heeft verlaten en in een nieuw land met een andere cultuur vaak helemaal opnieuw moet beginnen. De OKAN-school is voor hen een veilige haven, maar wanneer ze na een jaar opnieuw naar een andere school moeten, kan dat voor sommigen heel wat stress, faalangst en onzekerheid meebrengen.” 

“Wij organiseren ook ‘de woensdagklas’. Alle ex-OKAN-leerlingen zijn gedurende hun volledige schoolloopbaan welkom om op woensdagnamiddag naar onze school te komen. We helpen met taken, geven extra uitleg bij de leerstof en bieden hulp bij plannen en studeren.” 

“Een ander onderdeel van onze job is de leerkrachten in de vervolgschool bijstaan. Wij zijn bijvoorbeeld op de toelatingsklassenraad aanwezig en soms ook indien gewenst op volgende klassenraden. Daar spreken wij voornamelijk voor onze leerlingen, maar geven we ook tips aan leerkrachten over hoe ze best met ex-OKAN’ers kunnen omgaan. Zelf maak ik er een gewoonte van om elke keer even in de leraarskamer binnen te springen voor een praatje. Zo kunnen leerkrachten altijd met ad-hoc-vragen bij mij terecht. Scholen die daarvoor openstaan kunnen ook een voordracht over OKAN organiseren voor het volledige schoolteam.” 

Kun je een aantal tips geven voor leerkrachten die voor het eerst ex-OKAN-leerlingen in hun klas hebben? 

“Mijn eerste tip is: pas je verwachtingen aan. Het is normaal dat ex-OKAN-leerlingen de eerste drie maanden moeilijk meekunnen in de klas. Het is eerder de uitzondering die daar wél in slaagt. Veel van die leerlingen zijn de eerste weken of maanden erg stil. Je zou kunnen denken dat ze geen interesse, goesting of vragen hebben, maar het omgekeerde is vaak waar! Alleen hebben ze meer tijd nodig dan andere leerlingen om te wennen aan het nieuwe klasgebeuren. Kijk naar de evolutie die ze maken gedurende het hele schooljaar. Is die, ondanks dat ze niet het klasniveau halen, voldoende groot? Dan zitten de leerlingen op hun plaats.” 

“Een tweede tip die daarmee samenhangt is: wees flexibel. Weet dat ex-OKAN-leerlingen niet verplicht zijn om exact hetzelfde te kennen en dezelfde doelstellingen te behalen als de andere leerlingen. Bekijk het groter plaatje en bepaal voor iedere ex-OKAN’er wat haalbaar en wat essentieel is om diens talenten te ontplooien. Ex-OKAN’ers zijn bijvoorbeeld niet erg veel met lessen literatuur, geef hen in de plaats beter een extra taak Nederlands. Ik merk dat leerkrachten vaak terughoudend zijn om flexibele trajecten aan te bieden, maar het is wel degelijk wettig om vrijstellingen te geven, toetsvragen te laten vallen, openboekexamens te geven of het lessenpakket aan te passen. Vervolgcoaches kennen die regels perfect en kunnen daarbij adviseren.” 

“Tot slot nog enkele zaken die voor de hand liggend lijken, maar die voor ex-OKAN-leerlingen een groot verschil maken. Laat hen bijvoorbeeld vooraan in de klas zitten, noteer belangrijke zaken op het bord, praat trager, leg de nadruk op belangrijke woorden en gesticuleer veel. Dat zijn allemaal zaken die enorm helpen als je een taal niet volledig onder de knie hebt.”   

Hoe is jouw band met de OKAN-leerlingen? 

“Doorgaans erg goed. Ik probeer hen te laten voelen dat ik een partner ben van de school, maar in de eerste plaats van hen. Ik wil dat ze weten dat ik voor hen spreek bij de leerkrachten. Een beetje zoals ouders doen. Het doet met alleszins heel veel plezier als leerlingen op het einde van het schooljaar na de rapportuitreiking speciaal nog even bij mij binnen springen om trots hun punten te tonen. Dat geeft me veel voldoening”