Elke cent telt

Debbie Mouton, directeur van het IVV Sint-Vincentius, is fier dat haar school doordrongen is van een kostenbewust beleid.

Hoe uit jullie kostenbewust beleid zich? 

Debbie: “Als school hebben wij een financiële code, een document dat al vele jaren meegaat maar nog steeds actueel is. Het weerspiegelt volledig de waarden en normen van onze school. Je moet weten dat het IVV in 1909 werd opgericht door de Zusters van Liefde vanuit het idee dat we allemaal moeten zorgen voor de meest kwetsbaren in onze maatschappij. Die gedachte zit vervat in onze visie en passen wij op verschillende vlakken toe. Zeker nu het aantal GOK-leerlingen de laatste jaren lichtjes stijgt. Elke startende leerkracht krijgt tijdens zijn of haar inlooptraject het financiële document toegelicht. Zo blijft het kostenbeleid niet steken op directieniveau, maar vindt het zijn weg naar alle niveaus.”  

Wat staat er zoal in dat document? 

Debbie: “Het algemene idee is dat alle leerkrachten élke uitgave kritisch onder de loep nemen. Of het nu gaat om de aankoop van materiaal of de organisatie van een activiteit, hun eerste reflex moet zijn: is deze kost wel nodig? Kan dit niet goedkoper? En die kritische blik gaat heel ver. Bijvoorbeeld: kunnen we niet te voet of met de fiets gaan in plaats van met de bus? Kan die cursus recto/verso gekopieerd worden? Kunnen we zelf een cursus schrijven in plaats van een werkboek aan te kopen? De code moedigt de leerkrachten ook aan om collega’s tips en advies te geven om zaken goedkoper te organiseren. Hebben ze bijvoorbeeld weet van een gratis activiteit in de buurt, dan spelen ze die informatie door aan het hele lerarenkorps.”  

Kunt u een concreet voorbeeld geven van zo’n kritische kijk? 

Debbie: “In het kader van de Digisprong hebben we budget gekregen om elke leerling van een pc te voorzien. We hebben bewust voor Chromebook gekozen omdat die pc’s tamelijk voordelig in aankoop zijn, zo’n driehonderd euro. We hopen met het budget zo lang mogelijk en zo veel mogelijk leerlingen te bedienen. We vragen wel een waarborg voor de pc. We denken dat leerlingen daardoor meer zorg zullen dragen voor hun laptop. Het is al gebeurd dat een leerling een Chromebook weigerde omdat ze de waarborg niet kon betalen. Dat vonden wij een onaanvaardbare reden. Samen met de leerlingenbegeleider hebben we bekeken hoe we dit best konden aanpakken. Het bedrag opsplitsen in vijf keer tien euro of toch een uitzondering maken?” 

Wat als een uitstap bijvoorbeeld toch te duur is voor sommige leerlingen? 

Debbie: “Dan gaat die niet door. De financiële code zegt dat uitgaven geen basis mogen zijn voor uitsluiting. Alle leerlingen moeten kunnen deelnemen of de activiteit wordt afgelast. Als we iets willen organiseren en we weten dat een deel van onze ouders dat sowieso niet kan betalen, dan doen we het niet of zorgen we ervoor dat het toch kan. In eerste instantie bekijken we dan of de kosten gespreid kunnen worden en het bedrag in schijven kan afbetaald worden. Zo organiseren we jaarlijks voor de zesdejaars een eindreis naar Barcelona, uiteraard zo goedkoop mogelijk. Ik herinner me dat de reis voor een leerling financieel echt onhaalbaar was. Omdat ze de maanden nadien vakantiewerk zou doen, heeft de school het bedrag voorgeschoten en tegen eind augustus had ze alles terugbetaald.” 

Ik lees dat discretie ook een belangrijke rol speelt in uw kostenbeleid. 

Debbie: “Inderdaad. Dat begint al bij de inschrijvingen. Ouders kunnen simpelweg aanvinken of ze al dan niet voor een maandelijks betalingsplan kiezen. Door die optie direct aan te bieden, is het geen uitzonderlijke keuze. Het is een manier om de leerlingen buiten de financiële gezinsproblematiek te houden. Wanneer we merken dat ouders het moeilijk hebben om de schoolfactuur te betalen, dan zal de leerlingenbegeleider hen contacteren om samen naar een oplossing te zoeken. De leerling en de leerkrachten zijn daar niet van op de hoogte. Leerlingen die wél hun eigen schoolrekeningen betalen en daarbij moeilijkheden ondervinden, worden door de leerlingenbegeleider in contact gebracht met het OCMW of andere hulporganisaties.  

Ook met Iddink, de uitgeverij van schoolboeken waarmee we samenwerken, hebben we de afspraak dat ze ons laat weten welke leerlingen hun boeken niet kunnen betalen. In theorie kun je je als school daar niets van aantrekken. Maar wie is daar de dupe van? De leerlingen uiteraard. Dan ontstaan er vervelende situaties waarbij de leerkracht in de klas zeurt omdat ze weer hun boek niet bij hebben. Misschien dreigt die zelfs met nablijven. Dat kan uiteraard nooit de bedoeling zijn. Het is dan aan ons als school om discreet een oplossing te vinden.”