Atheneum Gentbrugge in de bres voor spijbelende leerlingen

Leerlingenbegeleider Hannah Walraet vertelt hoe Atheneum Gentbrugge omgaat met spijbelen en zo inzet op meer gekwalificeerde uitstroom.

Hannah Walraet werkt sinds zes jaar als leerlingenbegeleider voor de eerste graad op Atheneum Gentbrugge. Het afgelopen jaar zag de school het aantal spijbelende leerlingen toenemen. Volgens Hannah zit de coronapandemie daar voor iets tussen: “We weten dat spijbelen een symptoom is van een onderliggende problematiek, vaak een combinatie van persoonlijke en sociale issues. Sinds corona hebben meer leerlingen het psychisch moeilijk, iets wat het stijgend aantal spijbelaars mee kan verklaren. Daarnaast zijn er leerlingen die zich gesetteld hebben in het online afstandsonderwijs. Zij redeneren: ‘Het lukte van thuis uit toch ook? Waarom zouden we dan terugkeren naar de schoolbanken?’” 

Sporadisch vs systematisch spijbelen 

Hannah wijst op het verschil tussen sporadisch en problematisch spijbelen. “In het eerste geval gaat het meer om een puberstreek. Leerlingen die rebelleren en last minute beslissen om een dagje niet naar school te gaan of vroeger naar huis te vertrekken. Door hun ouders in te lichten en hen eens te laten nablijven, is het probleem vaak al opgelost. Het tweede geval waarbij leerlingen systematisch van school wegblijven, is veel ernstiger. Zij komen vaak in een vicieuze cirkel terecht van spijbelen, slechte resultaten, lessen en toetsen inhalen, leerkrachten opnieuw onder ogen komen… waardoor ze nog meer spijbelen. De oorzaken zijn hier van een andere aard zoals schoolmoeheid, geen of net té betrokken ouders, geen toekomstvisie, geen verbondenheid met de school… De oplossing is dan ook minder evident.”  

Duidelijk spijbelbeleid 

Om het spijbelprobleem aan te pakken startte Atheneum Gentbrugge dit jaar een werkgroep op. In de werkgroep zitten de verschillende leerlingenbegeleiders, opvoeders en een aantal leerkrachten van de school. Hannah: “Vroeger vertrokken we vooral vanuit ons buikgevoel en hanteerden we voor elke spijbelaar andere regels. Daar wilden we komaf mee maken en daarom kozen we voor een duidelijk spijbelbeleid. We werken nu aan een stappenplan waarin we de regels rond begeleiding en sancties duidelijk stellen. Het plan beantwoordt vragen als: Wie grijpt er wanneer in? Wat zijn de taken van de opvoeder? Wie licht de ouders in? Wie gaat in gesprek met de leerling? Wanneer wordt de leerlingenbegeleider erbij betrokken? Wanneer roepen we externe hulp in bijvoorbeeld van het CLB of een psycholoog?” 

Steunpunt Leerrecht en Leerplicht 

Bij extreme spijbelgevallen doet de school een beroep op Steunpunt Leerrecht en Leerplicht. Het Steunpunt is gegroeid uit de Gentse CLB’s en werkt netoverstijgend en op maat. Het biedt langdurige trajecten aan en begeleidt – indien nodig - het volledige gezin op een aanklampende en verbindende manier. Hannah: “Voor enkele van onze leerlingen werken we momenteel samen met het Steunpunt. We staan in zeer nauw contact met elkaar en stemmen meerdere keren per week af om de situatie van de leerling te bespreken. Soms is dat kort via een WhatsApp-je, soms is dat uitgebreid met een live gesprek. We doen er alles aan om te voorkomen dat leerlingen vroegtijdig de school verlaten en zonder diploma de arbeidsmarkt opgaan.” 

Gents Spijbelactieplan 

In mei volgde Hannah de jaarlijkse Actiedag Operatie Geslaagd die volledig in het teken stond van de strijd tegen vroegtijdig schoolverlaten. Onder andere Steunpunt Leerrecht en Leerplicht deed er het vernieuwd Gents Spijbelactieplan met de 10 antispijbeltips uit de doeken. Hannah: “Het was een zeer inspirerende dag. Ik kreeg veel bevestiging van wat ik al eerder dacht; voor mij het teken om op hetzelfde elan verder te gaan. Het was ook heel fijn om al die kennis op papier te hebben. Dat maakt het gemakkelijker om de theorie naar ons schoolteam uit te dragen. Wat ik vooral onthield is het belang van een sterke verbondenheid tussen alle betrokken partijen; de ouders, leerkrachten, leerlingenbegeleider… Het is belangrijk om één front te vormen en open te communiceren met elkaar. Hoe vroeger je dat doet, hoe beter.”