Laat net als Johanna je businessplan doorlichten door de studenten van Art­e­vel­de­ho­ge­school

Johanna deed met haar bedrijf Ida & Volta beroep op de Arteveldehogeschool om haar businessplan naar een hoger niveau te tillen.

Johanna is sinds 1 jaar voltijds onderneemster. Met haar eigen modelabel Ida & Volta deed ze beroep op het gratis begeleidingstraject van de Arteveldehogeschool dat momenteel nieuwe ondernemers zoekt voor hun project. Hierbij nemen de studenten je businessmodel onder de loep en stellen ze vervolgens interessante businessopportuniteiten voor. Johanna maakte er gebruik van om de laatste puntjes op de i te zetten en om naam en faam te maken in het Gentse modelandschap met haar duurzame kledij. “Zo’n frisse blik op je concept is altijd interessant omdat buitenstaanders op een andere manier naar je product kijken dan je denkt”.

Hallo Johanna, jij bent oprichtster van Ida & Volta. Waar staat dat voor?

Ida en Volta is mijn eigen modelabel dat in het teken van duurzaamheid staat. De naam is Portugees voor heen en terug. Het verwijst naar het oude vakmanschap van textielwerk in Gent dat we op een duurzame manier herintroduceren. Met het label wil ik het woord luxe herdefiniëren. Dat doe ik enerzijds door natuurlijke materialen te gebruiken waarin een ziel zit. En anderzijds door de keten van materiaal tot silhouet zo lokaal mogelijk te houden. Ik bied dus maatwerk met een lokale, kleinschalige productie en een stevige service. Als de naden loskomen bijvoorbeeld, mogen klanten mij de stukken terugsturen zodat we ze kunnen herstellen. Het moet duidelijk zijn dat mijn kledingstukken een nieuw leven krijgen.

Dat klinkt als een mooi verhaal. Maar is het betaalbaar?

Ja, als je de prijzen gaat vergelijken, kan ik niet concurreren met een keten. Dat is wel dubbel, maar ik probeer er mij niet op te focussen en richt me vooral op wat me onderscheidt. Want mijn kledij gaat veel langer mee dan wat je in de grote ketens koopt. En voor vakmanschap betaal je nu eenmaal een prijs. Bovendien is mijn hele productielijn traceerbaar. We willen weten waar het garen vandaan komt en hoe de dieren behandeld worden. Of wie er aan de kledij werkt onder welke omstandigheden.

Kan je dan leven van zo’n eigen modelabel in België?

Op zich is het label zeker rendabel. Maar ik kan me op dit moment nog geen 1500 euro per maand uitkeren. Daarom neem ik er ook nog freelance opdrachten bij. Al is het de bedoeling dat dat over 5 jaar wel lukt. Met een succesvolle webshop en minstens 10 vaste winkels waar ik mijn stukken aan kan verkopen, zou dat haalbaar moeten zijn.

En zijn er ook internationale plannen? Want je website is volledig in het Engels opgesteld.

Het was destijds de bedoeling om ons eerst op de Belgische markt te richten, maar ik merk dat dat niet met de realiteit overeenkomt. We zijn er hier nog niet helemaal klaar voor om dergelijke budgetten aan kledij te besteden. Door me niet enkel op België te richten, hoop ik in ieder geval een zo breed mogelijk publiek bij mijn verhaal te betrekken zodat het leefbaar is. In eerste instantie zijn dat dan vooral retailklanten. Zo is er vorige week bijvoorbeeld nog een pakket naar een winkel in Zwitserland vertrokken. Als ontwerpster vind ik dat toch nog altijd bijzonder. Toch is het interessant om daarop in te zetten.

Is Gent dan een goede uitvalsbasis voor je onderneming?

Ja toch wel! Ik merk dat er hier veel interesse en ondersteuning is voor het duurzaamheidsverhaal dat ik wil vertellen. Ik voel me in ieder geval niet alleen in mijn ondernemingsproces. Zeker wanneer het om duurzame mode gaat. In Gent is er hiervoor wel ruimte door events zoals de Fair Fashion week of Gent Fair Trade. Geen wonder dus dat veel ondernemers hier met mode bezig zijn. Er hangt hier duidelijk iets in de lucht en daar heeft het verleden zeker iets mee te maken.

Mocht je kunnen dromen, waar staat Ida & Volta dan binnen 5 jaar?

Het zou tof zijn als het tegen dan duidelijk is waar ik met mijn producten naartoe kan en er wat meer ruimte vrijkomt voor het ontwikkelen zelf. Want als je alles alleen moet doen, is dat niet evident. Mocht ik tegen dan een klein team hebben, zou dat geweldig zijn. Eventueel ook met een winkel daarbij. Al zie ik dat winkelconcept breder.

Hoe bedoel je?

Als het kan, dan zou ik in Gent graag een plek oprichten waarin we met heel wat modemakers samenkomen. Een collectief zeg maar. Want als je het duurzaam wil aanpakken en ervan wil kunnen leven, dan moet je ofwel heel klein blijven, of anderzijds 100.000 stuks van iets maken. Er zit met andere woorden nog een gat in de markt voor kleine ondernemers die rustig willen groeien. Idealiter halen we daarom met een collectief de machines in huis die we nodig hebben en delen we het gebruik ervan onder de leden. Op die manier kan je ook als kleinere ondernemer grotere producties aan zonder teveel afhankelijk te worden van externe investeerders. Denk dus aan hetzelfde concept van een proefbrouwerij waar lokale brouwers hun bieren in grote hoeveelheden kunnen laten produceren zonder zelf een hele fabriek te moeten installeren. Maar dan voor mode dus. Op zo’n plek kan je dan ook je winkel kwijt waardoor je heel wat kosten bespaart. Want een winkel pakt nu eenmaal veel van je marge in.

Je haalde het net al aan. Alleen ondernemen kan nogal veel zijn omdat je in alles thuis moet zijn. Daarom sprong je vorig jaar op het aanbod van de studenten van de Artveldehogeschool. Zij zochten ondernemers die hun businessplan wilden laten doorlichten. Waarom vond je dat een goed plan?

Het is volgens mij altijd interessant om je onderneming van buitenaf te laten bekijken omdat je als ondernemer anders in een tunnelvisie dreigt te geraken.

Hoe verliep die samenwerking?

Die is vlot verlopen zonder dat ik daar heel veel tijd voor moest vrijmaken. Zo was er aan het begin een gesprek van een 2-tal uur waarin er heel wat vragen op mij werden afgevuurd. Daar gingen die studenten mee aan de slag. Op wat mails met extra vragen na, ontving ik een 2-tal weken later 2 businessplannen die ik moest beoordelen. Daaruit bleek dan bijvoorbeeld dat ik nog niet goed had nagedacht over mijn merkbescherming. En ook op marketingvlak kon het wel nog iets beter. Niet dat ik alles letterlijk heb overgenomen, maar ik heb er toch wel enkele zaken uitgepikt die ik vandaag nog steeds toepas. Ik kan het andere ondernemers dus zeker aanraden.

Interessant! Heb je tenslotte nog een ultieme tip voor startende ondernemers?

Vergeet vooral niet te netwerken! Want als startende ondernemer denk je in het begin nogal snel dat je daar je tijd loopt te verspillen. Maar niks is minder waar. Op zo’n events leer je mensen kennen die op de een of andere manier wel interessant kunnen zijn voor je onderneming. Al was het maar om eens van gedachten te wisselen. Probeer op netwerkevents dus zeker wat gegevens van interessante collega’s te verzamelen en spreek er nadien nog eens mee af voor een koffie of lunch. Je zal er ongetwijfeld heel wat aan hebben. Wat dat betreft is de Starters Up Date van de Stad Gent wel een goed event. Je ontmoet er tal van andere Gentse starters en qua netwerken word je er goed gefaciliteerd, ook als dat niet meteen je sterkste kant is.

Bedankt voor je tijd en veel succes nog Johanna!