Slim verwarmen met je thermostaat

Tip 1: leer je verwarming kennen

- Je thermostaat is de baas

Dit toestel hangt meestal in de leefruimte en:

• stuurt je verwarmingssysteem aan;
• beslist of je ketel in gang schiet of niet.

De ruimte waar de thermostaat hangt is de referentie. Is het in deze kamer nog niet even warm zoals op de thermostaat ingesteld is? Dan blijft de verwarming verwarmen.

- Je radiatoren helpen mee

Zij geven warmte af. De radiatorkraan bepaalt hoeveel warmte.

• Staat je thermostaat aan en draai je de kraan van een radiator open, dan warmt de ruimte op.
• Staat je thermostaat aan en draai je de kraan van een radiator dicht, dan warmt de ruimte niet op.

Een kraan heeft meestal verschillende standen:

• stand 1 = 16 °C = om enkel de koude te breken zoals in de slaapkamer;
• stand 2 = 19 °C = als je energie wil besparen;
• stand 3 = 21 à 22 °C = standaard voor leefruimtes;
• stand 4 = 24 °C.

Tip: test al je radiatorkranen en ontlucht ze, want ze werken niet altijd optimaal!

- Je verwarmingsketel zorgt voor warmte

De cv-ketel produceert de warmte en stuurt die naar de radiatoren.
Deze ketel werkt meestal op gas, soms op stookolie.

• Het is verplicht om een ketel op gas om de 2 jaar te laten onderhouden.
• Het is verplicht om een ketel op stookolie (mazout) elk jaar te onderhouden.
• Bij huurwoningen is dit de verantwoordelijkheid van de huurder.
• Meer info over het verplicht onderhoud van je cv-installatie.

Sommige mensen hebben elektrische accumulatieverwarming in plaats van een ketel. Nieuwe huizen hebben misschien al een warmtepomp.

Tip: stel je verwarmingsketel af om energie te besparen.

Tip 2: zet je thermostaat een graadje lager

Door je thermostaat 1 °C lager te zetten, bespaar je ongeveer 7% energie en € 250*.

Welke temperatuur is het best?

• Als je thuis bent: 20 of 19 °C (of nog lager)
  • Ga op zoek naar het perfecte evenwicht tussen comfort en besparen.
• Als je niet thuis bent of slaapt: 15 °C
  • Zet je thermostaat 1 uur vóór je gaat slapen lager, de temperatuur daalt niet onmiddellijk.
• Als je niet thuis bent voor enkele dagen: 5 °C
  • Heb je in je woning last van vocht? Ga dan niet lager dan 10 °C.

* Berekend volgens de gasprijs in oktober 2022 (bron: VREG).

Tip 3: verwarm enkel de ruimtes waar je bent en alleen wanneer het nodig is

- Heb je een manuele thermostaat?

• Draai de radiatoren in dezelfde ruimte als de thermostaat volledig open.
  • Laat deze altijd open staan, zelfs wanneer de thermostaat lager staat of uit is.
  • Verwijder eventueel de radiatorkranen.
• Draai de radiatoren in andere ruimtes enkel open als het daar warm moet zijn.
  • Voorbeelden: badkamer, slaapkamer, bureau ... 
  • Een thermostatische radiatorkraan is hier nuttig.

- Heb je een digitale thermostaat? Stel die dan goed in!

• Heb je vaste routines, zoals altijd thuis vanaf 18 uur?
  • Stel je thermostaat af op je routines.
    • 19 à 20 °C als je thuis bent.
    • 15 °C als je niet thuis bent.
• Heb je geen of weinig vaste routines?
  • Gebruik je digitale thermostaat als een manuele.
    • Zet aan wanneer je je huis wil verwarmen.
    • Regel met de radiatorkranen in welke ruimtes het warm mag worden.

- Heb je een slimme thermostaat?

Deze thermostaat leert bijvoorbeeld zelf hoe lang ruimtes moeten opwarmen. Je kan het toestel met een app bedienen.

• Combineer met slimme radiatorknoppen, om de temperatuur per kamer te regelen.
• Opgelet: dit is duurder dan de andere thermostaten.

Tip 4: test wat werkt voor jou en je woning

Probeer eens om:

• je thermostaat vroeger af te zetten voor je vertrekt of gaat slapen;
• te slapen in een koele (onverwarmde) kamer;
• de verwarming niet aan te zetten zolang je actief bezig bent (koken, opruimen ...);
• in de zetel te zitten met een dekentje en een extra trui;
• 's ochtends je huis niet verwarmen vóór je vertrekt.