Van dromedaris tot druiventros: Gentse Biotalys is een pionier in biologische gewasbescherming
In een wereld waar chemische bestrijdingsmiddelen meer en meer onder druk komen te staan, werkt Biotalys aan een biologische oplossing.
Wat begon als een technologie uit de farmaceutische wereld, groeit nu uit tot een slimme oplossing voor gewasbescherming. Hun producten maken landbouw niet alleen duurzamer en weerbaarder, ze zorgen ook voor een veiligere aanpak voor de boer, de consument én de natuur.
Tijdens het laatste decennium leverden zij pionierswerk binnen de agrotech, wat hopelijk binnenkort beloond wordt door een goedkeuring van hun eerste product Evoca door het EPA (Environmental Protection Agency) in de VS. Vanaf dat moment wordt deze technologie ook door de overheid als veilig erkend. Dit momentum is voor ons de uitgelezen kans om met dr. Carlo Boutton, Chief Scientific Officer, te praten. “We zijn zo dichtbij een belangrijke doorbraak.”
-
Onze grootste sterkte is het feit dat we meerdere producten kunnen ontwikkelen dankzij deze technologie.
Van spin-off van VIB tot biotech pionier
Maar eerst moeten we naar hoe het allemaal begon. Het bedrijf startte in 2013, maar de technologie waarop ze zich baseren dateert van ver daarvoor. “Wel, professor Raymond Hamers (VUB) ontdekte in 1989 een nieuw type antilichaam in het bloed van een dromedaris,” vertelt Carlo daarover. “Enkele jaren later is Ablynx opgericht, dat met die zogenaamde ‘nanobodies’ aan de slag ging. Zij brachten, onder andere, Cablivi op de markt, een geneesmiddel tegen TTP, een zeldzame, levensbedreigende bloedziekte. In hun spoor zijn best wel een aantal andere bedrijven gestart die ook werken met die speciale antilichamen van kameelachtigen. Vaak in Gent, trouwens.
Nu, een aantal mensen merkten op dat deze wetenschap ook in de landbouw kon toegepast worden. Vanuit het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) werd dan in 2013 het huidige Biotalys opgericht, om een technologieplatform te ontwikkelen voor biologische gewasbescherming.”
Het begrip ‘platform’ is voor het bedrijf heel belangrijk. “Onze grootste sterkte is het feit dat we meerdere producten kunnen ontwikkelen dankzij deze technologie. Momenteel richten we ons vooral op bio-fungicides (biologische gewasbescherming om schimmelziektes tegen te gaan), voor allerlei soorten gewassen zoals druiven, aardbeien, enz. En naast ons eerste product Evoca werken we nog aan 6 andere schimmel- en insectenbestrijders.
Dat pionierswerk, dat is voor mij bijzonder interessant. Het feit dat je met een aantal sterke wetenschappers iets mag uitbouwen wat nog nooit gedaan is. Een technologie uitbouwen waarvan je de toepassingen wel ziet, maar waarvoor je nog veel hindernissen zal moeten nemen. Stel je voor dat dat allemaal lukt, dat zou ons allemaal zo’n grote voldoening geven. De maatschappelijke impact alleen al, zou gigantisch zijn.”
-
Het feit dat je met een aantal sterke wetenschappers iets mag uitbouwen wat nog nooit gedaan is. Een technologie uitbouwen waarvan je de toepassingen wel ziet, maar waarvoor je nog veel hindernissen zal moeten nemen. Stel je voor dat dat allemaal lukt, dat zou ons allemaal zo’n grote voldoening geven.
Evoca: het pilootproduct van het Agrobody-platform
Dit eerste product is een bio-fungicide die grauwe schimmel en echte meeldauw bestrijdt. Deze ziektes richten een ware ravage aan in groenten en fruit, met rotting tot gevolg. “Onze behandeling werkt preventief. De boeren bespuiten hun gewassen vooraf, om infectie tegen te gaan. Als er dan sporen van een bepaalde schimmel zouden landen, krijgen die niet de kans om zich te ontwikkelen. We deden ondertussen honderden veldproeven, over de hele wereld en onder verschillende omstandigheden. We kunnen vaststellen en aantonen dat ons biologisch product in een typisch spuitprogramma even performant is als de chemische varianten.
Met Evoca kunnen we de landbouwer dus een volwaardig alternatief geven. Want chemische bestrijdingsmiddelen verdwijnen geleidelijk aan van de markt. Doordat de stoffen risicovol blijken voor onze gezondheid, maar ook omdat ze de bodem verontreinigen. Sommige van die chemische bestrijdingsmiddelen zijn niet goed voor het bodemleven, waardoor de grond verarmt. Dat is natuurlijk een vicieuze cirkel, waardoor je steeds op zoek moet naar extra grond. Bovendien bieden wij een oplossing voor resistentie, wat ook meer en meer een probleem is bij deze chemische oplossingen.
Al deze gunstige factoren zorgen ervoor dat de landbouwers wel te vinden zijn voor onze oplossing. Dat is niet zo vanzelfsprekend, want, in tegenstelling tot de farma, waar andere soorten nanobody-technologie ingezet worden, hebben wij een iets conservatievere afzetmarkt. Wat volkomen begrijpelijk is, trouwens. De landbouwer heeft vaak slechts één oogst per jaar en wil zijn inkomsten veilig stellen. Maar we merken dat we onze doelgroepen ondertussen mee hebben in het verhaal. Meer zelfs, we krijgen vaak een mail of telefoon van telers wanneer ze het product zullen kunnen beginnen te gebruiken. Het ultieme bewijs.”
Om zich voor te bereiden op deze commercialisatie, werkt Biotalys volop aan de opschaling van Evoca. “Dat doen we zowel intern als met de Bio Base Europe Pilot Plant (Gent) en andere industriële partners. Wij zetten het recept klaar en dan doen we een zogenaamde ‘tech transfer’ naar een van deze partijen. Zij weten heel goed wat ze doen en we hebben een nauwe samenwerking. Voor de verdere verdeling werken we samen met commerciële producenten, binnen de lokale afzetmarkten. Voor ons ligt de focus nog steeds op onderzoek en productontwikkeling. Dat zie je ook aan ons medewerkersbestand, trouwens: zo’n 50 van de 65 medewerkers is actief binnen onderzoek en ontwikkeling. Dat is ook nodig in deze fase.”
-
We zijn niet alleen het pad aan het effenen op vlak van technologie, maar ook zeker en vast op niveau van regelgeving. Die regelgevende instanties zijn gewend om chemische producten te analyseren. En nu komen wij met ons product dat eigenlijk een eiwit is.
Nieuwe technologie vraagt om een nieuw speelveld
Een nieuw product uitwerken binnen dit technologieplatform duurt tussen de 8 à 10 jaar. Dat lijkt lang, maar het gaat niet alleen om het onderzoek, het moet ook getest, opgeschaald en dan uiteindelijk goedgekeurd worden. En die laatste stap slokt de meeste tijd op. “Eens we die eerste goedkeuring in handen hebben, hopen we, natuurlijk, dat het pad geëffend zal zijn voor de andere producten gebaseerd op deze technologie. We begrijpen dat dit de nodige tijd in beslag neemt. Alle bewijzen, al het onderzoek, dat moet grondig doorgenomen worden.”
Want hoe begin je nu aan zo’n traject van goedkeuring? “In ons geval, wij hebben aangeklopt bij een Europese lidstaat, bij Nederland. Zij hebben namelijk expertise op vlak van biologische gewasbescherming. Dan weet je dat andere lidstaten geneigd zijn om de adviezen over te nemen. Over de jaren heen hebben ze een bepaalde geloofwaardigheid opgebouwd.
Daarna zijn allerlei studies nodig. Je moet aantonen dat het echt werkt, aan de hand van die veldproeven. We moesten ook aantonen dat het product niet giftig is, want het wordt gebruikt op voedsel. Dan wordt de hele compositie van het product in kaart gebracht. Wie produceert het? Wat zijn mogelijke afwijkingen? Dat is ondertussen een hele verzameling geworden. Ondertussen heeft de Nederlandse overheid een positief advies gegeven aan de Europese collega’s. Nu is het dus aan de Europese Commissie om verder met het dossier aan de slag te gaan.”
Als Carlo met mensen praat – zeker met investeerders – willen die al snel weten hoever ze staan met Evoca en de goedkeuring. “Ja, je merkt dat de mensen ons in de gaten houden. Dat is ook niet verwonderlijk. We zijn niet alleen het pad aan het effenen op vlak van technologie, maar ook zeker en vast op niveau van regelgeving. Die regelgevende instanties zijn gewend om chemische producten te analyseren. En nu komen wij met ons product dat eigenlijk een eiwit is. Dat is een hele grote oefening, waarvoor de experten zich moeten inlezen. We weten gewoon dat, eens we die goedkeuring hebben in de VS, er veel interesse zal bestaan voor onze technologie. Het geeft ook mogelijkheden aan onderzoekers die na ons komen. Het is de belangrijkste mijlpaal, denk ik, ook op lange termijn, die we ooit zullen moeten halen.”
Als we verder kijken dan het veld
In de niet zo verre toekomst zullen de producten van het “Agrobody platform” van Biotalys toepasbaar zijn binnen verschillende niches. “We blijven verschillende onderzoekstrajecten opstarten. Dat is het mooie aan de samenwerking met getalenteerde onderzoekers. Zo kijken we nu ook naar wat er gebeurt na de oogst, samen met Agrofresh in de VS. Hoe kunnen producten langer bewaard worden? Uit onze gesprekken met telers is namelijk al gebleken dat als ze, bijvoorbeeld, aardbeien één dag langer zouden kunnen bewaren, dat dat een zeer grote impact zou hebben op de winstmarges. In die zin is dat ook iets waar de warenhuizen op zitten te wachten. Hoeveel bedorven fruit en groenten zouden ze zo niet moeten vernietigen? Ook daar willen we ons met Biotalys voor inzetten. We willen ons toepassingsgebied over de hele waardeketen uitbreiden, ook al is dit nu nog toekomstmuziek.
Ik denk dat we sowieso evolueren naar een meer duurzame landbouw. Hoe we nu bezig zijn, dat is niet houdbaar. Moeten we per se tomaten hebben tijdens Kerstmis? Laat ons wat meer met de seizoenen mee werken. Bovendien denk ik dat de prijzen onhoudbaar zijn. Voor ons, als ‘rijke Europeanen’, is voedsel heel goedkoop. Als we duurzamer willen zijn, zullen we toch bereid moeten zijn om dieper in die buidel te tasten. Ik zag onlangs een broccoli liggen in de supermarkt voor 70 cent. Wat houdt de boer daar dan aan over? Ik mag er niet aan denken. Gelukkig merken we dat de vraag naar duurzame voeding geen trend meer is, maar een maatschappelijke verwachting.”
Ontdek Investeren in Gent
Wil je ook deel uitmaken van dit ecosysteem? Ons team staat klaar om je te helpen bij het opstarten of uitbreiden van je bedrijf in Gent via deskundige lokale begeleiding en introducties bij groeimogelijkheden.