Een stadstuin vol leven

Regenwater opvangen en laten infiltreren: Mart ging er creatief mee aan de slag. Ontdek deze parel van een stadstuin in de Brugse Poort.

smeerwortel met hommel

Zelf een wadi aanleggen 

Mart: 'Enkele jaren geleden heb ik zelf een wadi aangelegd. Eigenlijk is dat heel eenvoudig, en het heeft me in totaal maar €25 gekost. Alleen het klepje om mijn regenpijp af te koppelen heb ik moeten kopen. Hoe begin je eraan? Zoek het laagste punt in je tuin: waar stroomt het regenwater naartoe? Daar komt je wadi. Met de emmertest check je of het water goed wegloopt: graaf een kuil van zo’n 30 cm diep, giet er een emmer water in en kijk of het binnen de 15 minuten verdwenen is. In de Gentse zandleemgrond gaat dat snel en dat is ook de bedoeling. Let erop dat je de wadi aanlegt op een plek waar je niet loopt.'

'En dan: graven maar! Dat is het zwaarste werk, maar met vrienden of kinderen erbij wordt het nog gezellig ook. Zorg dat het een soort kommetje wordt. Hoe groot je het maakt, kies je zelf. Ik ben tot 30 cm diep gegaan in het midden. Daarna heb ik er houthaksel in gelegd en plantjes in gezet. Voor de beplanting ben ik inspiratie gaan zoeken in de Bourgoyen, maar het kan evengoed eenvoudig: wat gras zaaien of een bloemenmengsel inwerken doet al veel.'

 

'Het afkoppelen van de regenwaterpijp was ook niet moeilijk. Ik heb de buis gewoon doorgezaagd, een klepje geplaatst en een oude buis gebruikt als gootje richting de wadi. Alles met recuperatiemateriaal. Ik heb zelfs kleine gaatjes in de goot geboord, zodat het water onderweg al deels in de bodem kan sijpelen.

Geloof me: je hoeft hier echt niet handig voor te zijn. Dit kan iedereen. En het mooie is: je creëert er meteen verschillende kleine biotopen mee in je tuin. Er is geen geur of stank, en er zijn ook geen muggen: het water trekt binnen het halfuur weg.’

  • Met de aarde die je uit je wadi schept, kan je op een andere plek in de tuin een kleine heuvel maken. Zo heb je weer een speels element in je tuin waar je andere planten kan zetten. En dan creëer je weer een ander biotoopje in je tuin.

    Mart

Een stadstuin vol leven 

‘ Ik heb ook een mini-vijver aangelegd, met een grote tak ernaast waar vaak vogels op komen zitten. En libellen! Er zit hier echt veel leven: zelfs padden, die tussen de tegels kruipen. Die houden van schaduwplekjes, bijvoorbeeld achter een stuk terracotta

Ik probeer mijn tuin zo open mogelijk te maken voor dieren. Egels en andere diertjes kunnen makkelijk naar de tuin van de buren door openingen in de omheining en zo vergroot je het leefgebied van deze dieren aanzienlijk.’

Regenwater? Geen druppel verloren

‘Voor mijn tuinhuis wilde ik absoluut geen grote betonnen plaat storten. Uiteindelijk koos ik voor 6 kleine betonsokkels: genoeg om het stevig te verankeren, maar zonder de grond helemaal af te sluiten. Zo kan het regenwater er nog gewoon onderdoor stromen, wat ik belangrijk vond. Als alternatief kun je ook steentjes of schelpen gebruiken, het belangrijkste is om de bodem niet volledig te verharden.

Regenwater vang ik op in een grote container en twee regentonnen naast het tuinhuis. Naar die container heb ik lang gezocht: hij past precies door een standaarddeur, biedt ruimte voor 800 liter en tweedehands was hij betaalbaar. In totaal kan ik ongeveer 1000 liter regenwater opslaan. Dat is ruim voldoende om de zomer zonder problemen door te komen.’

Een klein voedselbos in de stad

‘Ik probeer bijna uitsluitend recuperatiemateriaal te gebruiken. Mijn pergola is gemaakt met kromme balken die ik kocht bij een houthandel. Ze waren zogezegd niet meer bruikbaar. Intussen staat hij hier al acht jaar en is hij nog altijd even stevig als op dag één.

  • 'Het idee voor de hangstoelen kreeg ik in Zuid-Amerika. Die ene hangt vlak naast de erwten, komkommers, tomaten en bessen, dus als je erin zit, kan je meteen beginnen plukken. Eronder groeien pompoenen. Ik probeer alles maximaal te benutten, volgens het voedselbosprincipe. Het staat hier vol fruit, groenten, bloemen en kruiden. Zoveel mogelijk doorlevende soorten, daar heb je minder werk aan en voor bodem en biodiversiteit zijn deze interessanter. Eigenlijk bloeit er altijd wel iets, van april tot oktober. Ik pluk bijna dagelijks iets. En mensen die passeren krijgen ook regelmatig iets mee naar huis.’

De cirkel is rond

Niets verdwijnt uit mijn tuin. Takken komen op een takkenril, klein snoeihout en onkruid laat ik ter plaatse verwelken. Overschotten aan wintersnoeiafval verzamel ik in grote zakken, die ik laat uitdrogen. Als je er dan kinderen wat laat op springen creëer je grof materiaal. Voeg daar wat gemaaid gras aan toe en je hebt zelfgemaakte mulch om aarde te bedekken. In de zomer is op geen enkel plekje in mijn tuin aarde zichtbaar, ik bedek alles, zelfs de potten. Zo doet de natuur het ook. Het beschermt tegen uitdroging en voedt tegelijk de bodem. En zo is de cirkel rond

Mijn beste tip? Probeer niet eerst alles tot in de puntjes uit te zoeken voor je eraan begint, want dan komt het er misschien nooit van. Lees een goed boek, praat met mensen die ermee bezig zijn en begin gewoon. Er zal van alles doodgaan, maar er blijft ook veel leven. En dat is oké. Zorg voor jezelf, voor de natuur en voor elkaar.’ 

Laatst gewijzigd : 20 juni 2025